Titel: Honingzoete dagen
Auteur: Sarah-Kate Lynch
Uitgeverij: De Fontein
335 p.
“Cherie-Lynn ‘Sugar’ Wallace volgt elke lente haar bijen naar een nieuwe stad. Dit jaar, toen ze koningin Elizabeth VI op de oude landkaart van haar opa neerzette, bleek New York haar bestemming. Daar aangekomen loopt ze behalve haar nieuwe buren – zoals de schuwe Ruby, Lola en haar zoontje Ethan, chef-kok Nate die niet van mensen houdt en de werkloze oud-portier George – vrijwel meteen de knappe schot Theo tegen het lijf. Hoewel hij haar hart sneller doet kloppen, weigert ze daaraan toe te geven.
Sugar gelooft niet meer in de liefde, maar haar bijen wel …”
Mijn mening:
Sugar is de perfecte bijnaam voor dit immer vriendelijke personage. Ze barst van de goede bedoelingen, is levenslustig én lijkt alle beleefdheidsregels rats van buiten te hebben geleerd. Een vriendelijke goeiedag én een helpende hand zijn dan ook onlosmakelijk met haar verbonden.
Diezelfde Sugar is duidelijk ook het hart van het boek. Dankzij haar leren we de bewoners van het appartementencomplex kennen. Stuk voor stuk zijn het dankzij hun directheid erg eerlijke personages. Dit allegaartje van mensen, elk met hun eigen uitzonderlijke karaktertrekken lijken de figuranten in een sprookje.
Ja, een sprookje. Want daar lijkt dit verhaal nog het meeste op. Sarah-Kate Lynch is één van die auteurs bij wie je perfect weet wat voor boek je mag verwachten. Zo hanteert deze schrijfster een erg beeldende schrijfstijl. Al vanaf de eerste pagina zie je het verhaal zo voor je afspelen. Bovendien weet ze telkens perfect romantiek en lekker eten met elkaar te verweven in haar verhalen. Het zijn vooral ook die lekkere scènes die zo tot leven lijken te komen tijdens het lezen.
Haar personages staan door hun herkenbare gedachtengang en handelingen vrij dicht bij de lezer en de schrijfster heeft oog voor detail zonder dat daar ellenlange uitwijdingen bij komen kijken. Bovendien hanteert ze af en toe grappige omschrijvingen. Ik zou er zelf niet zo snel opkomen om iemand oogkleur te omschrijven als Mexicaans muurschilderingsblauw. Een omschrijving die toch net iets origineler is als azuurblauw én me perfect weet weer te geven in wat voor ogen haar personage kijkt.
Toch is het verhaal ook een beetje ‘vreemd’. Misschien is het niet de juiste woordkeuze, maar een perspectief volgen vanuit het opzicht van een bijenkoningin is nu niet meteen doorsnee. Bovendien deden Sugar’s onverwoestbare goede manier me een beetje aan Mary Poppins denken. Waarschijnlijk zijn het die twee factoren die me het gevoel gaven dat ik een sprookje aan het lezen was. Het sprookje van een vrouw voor wie het glas steeds halfvol lijkt te zijn. Iemand die de glazen van anderen steeds wil aanvullen, maar het zelf niet zo makkelijk vindt om hulp te aanvaarden.